Auteur:
Nadine Saint-Pol, Corporate Consultant bij Group Casier, n.saint-pol@casier.be
Volgens Gunther Bamelis van maatwerkbedrijf ‘t Veer is circulariteit een woord dat soms te snel in de mond wordt genomen en vaak niet in de juiste context. “Circulariteit mag niet beperkt blijven tot producten één keer recycleren. In een echte circulaire economie kan je de gerecycleerde materialen blijven hergebruiken en dus inzetten als grondstof.”
Maatwerkbedrijf ‘t Veer in Menen is actief in verschillende sectoren en diensten: recyclage, metaalbewerking (pers- en plooiwerk), houtbewerking, assemblage, samenstellen van staalborden, confectie, verpakking en herverpakking … “We kiezen bewust voor deze variëteit aan activiteiten om voor alle mensen die bij ons werken een gepaste job te kunnen vinden”, schetst algemeen directeur Gunther Bamelis. “Door deze diversiteit aan arbeid, fysiek werk, repetitief werk, zittend werk … kunnen we onze missie waarmaken, namelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een relevante job aanbieden. Wij geven onze medewerkers de kans zich professioneel te vervolmaken en mogelijk door te stromen binnen de sociale of reguliere economie. Vandaar onze slagzin ‘opmerkelijk op maat’. We beschikken over grote productieruimtes in Menen, maar zetten ook in op enclavewerking, waarbij medewerkers onder begeleiding de opdracht ter plaatse in bedrijven uitvoeren.”
Gunther Bamelis: “Het is onze belangrijkste afdeling. We zijn gespecialiseerd in het ontmantelen en verwerken van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA) voor de firma Galloo, onze buur in de industriezone te Menen. Deze apparaten worden ingezameld in de containerparken in opdracht van Recupel. Door de grote diversiteit bij de instroom – van elektrische tandenborstels over zonnebanken tot kerstverlichting en flatscreens – komt er veel handenarbeid bij kijken. De aangeleverde bakken moeten manueel leeggemaakt worden om te vermijden dat de toestellen breken en er schadelijk stoffen vrijkomen. Om een goede recyclage mogelijk te maken, is een opsplitsing nodig van batterijhoudend afval, laptops en pc’s en de reststroom. Batterijhoudend afval ontmantelen we in een aparte afdeling omdat het vatbaar is voor brand. Laptops en pc’s kunnen we valoriseren: door er onder meer de moederborden en waardevolle metalen uit te isoleren, kunnen ze beter gerecycleerd worden.”
“Circulariteit is een woord dat soms te snel in de mond wordt genomen en vaak niet in de juiste context. Het mag niet beperkt blijven tot producten één keer recycleren. In een echte circulaire economie blijf je de gerecycleerde materialen hergebruiken en dus inzetten als grondstof. Ik vind dat de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij de productontwikkelaars ligt. Het is aan hen om aan het begin van de keten na te denken over hoe het product op het einde van de keten kan gevaloriseerd worden. Producten ontwikkelen die je op een duurzame manier kan herstellen, dat is volgens mij de belangrijkste stap richting meer circulariteit. Nu is het vaak zo dat de kostprijs van de herstelling niet opweegt tegen de aankoop van een nieuw gelijkaardig toestel. Daarnaast moet er ook nagedacht worden over de verpakking, die vaak in te grote hoeveelheid aanwezig is.”
“Ik denk van wel. Het normerend kader moet wel opgelegd worden door de overheid. De ondernemingen zullen het niet uit zichzelf doen, zij ontwikkelen liever zelf iets zodat ze kunnen aantonen dat ze innovatief en competitief zijn. Op zich is daar niets mis mee, een stap vooruit is altijd goed. Bij ‘t Veer hebben we erover nagedacht om te werken met returnable packaging, waarbij we de verpakking terug naar de klant brengen voor hergebruik. Helaas dien je dan ook rekening te houden met het transport, want als de bedrijven ver van elkaar liggen, dan heb je weer een impact op het milieu en dat is ook weer niet te bedoeling, je bent dan niet meer duurzaam bezig.”
“Er kunnen nog grote stappen vooruit gezet worden op het vlak van de kwaliteit van de instroom. Hoe beter gescheiden aan de bron, hoe beter de materialen gerecycleerd kunnen worden en hoe beter ze hun kwaliteit behouden, waardoor ze hoger in de keten ingezet kunnen worden en meerdere malen hergebruikt. Ik zie circulariteit als een proces. Je kan het vergelijken met een zero accidents policy op vlak van veiligheid in productieomgevingen. Het is niet mogelijk om dit te bereiken, maar je kan er wel naar streven door blijvend kleine stappen te zetten en kleine veranderingen te implementeren.”
“Ik ontwaar in elk geval een zekere bewustwording. De mindset van een groot deel van de bevolking zit al goed. Denk bijvoorbeeld aan de toegenomen populariteit van kringloopwinkels. Vroeger was dit voor de ‘arme sukkelaars’ maar nu is het hip om iets van de kringloopwinkel in huis te hebben. We hebben wel nog een lange weg te gaan. Het besef rond circulariteit is er al bij een deel van de mensen, maar er zullen een aantal generaties overgaan om echte veranderingen te zien die consequent worden aangehouden. De kostprijs speelt natuurlijk ook mee. Producten gemaakt van gerecycleerde grondstoffen zijn vaak duurder dan de ‘reguliere’ producten. Dat schrikt de consument af. En hoe regel je de garantie van gerecupereerde materialen of delen van een product die hergebruikt zijn om een nieuw te maken? Er moeten normen ontwikkeld worden om de beoordeling van de kwaliteit mogelijk te maken. De uitdaging zit hem vooral in het kunnen detecteren of een toestel jong genoeg is om de componenten te kunnen recupereren. Een andere factor is het gebruiksgemak. De consument wil bijvoorbeeld dat producten lang vers blijven, maar dat brengt onder andere veel verpakking met zich mee. Het is van groot belang om de mensen te blijven sensibiliseren en positieve voorbeelden aan te halen.”
“Volgens mij is het een belangrijk element. Maar om dit over heel de lijn door te trekken, hebben we wel nieuwe fabrieken nodig en moeten de mensen het toelaten om deze hier te bouwen, bijv. tv-fabrieken, chipfabrikanten, e.d. Hetzelfde geldt voor onze energieproductie. Zo wilden wij op onze site in Menen een windmolen bouwen om in onze energieproductie te voorzien, maar dat stuitte op zoveel protest dat we de plannen moesten laten varen. Men wil wel groene energie, maar niemand wil er ‘last’ van hebben …”
“Ik ben zelf een grote believer van waterstof. Ik begrijp niet dat men hier niet verder mee staat. Wagens, vrachtwagens, schepen, volgens mij kan dit transport allemaal veel duurzamer als men start met de opwekking van waterstof. Maar dan uiteraard op een efficiënte manier, door gebruik te maken van groene stroom en niet van fossiele brandstoffen. Men wil op termijn alle wagens elektrisch laten rijden, maar heeft men wel stilgestaan bij het einde van de keten? Wat gaat men met de batterijen doen? Hoe gaat de recyclage gebeuren? Ik denk dat hier nog heel wat werk aan de winkel is.”
Meer lezen over ‘t Veer – opmerkelijk op maat
Door deze site te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Cookies kunnen worden beheerd in uw browser of de apparaatinstellingen.