Fotograaf:
Ingenium
Auteur:
Nadine Saint-Pol, Corporate Consultant bij Group Casier, n.saint-pol@casier.be
Als ingenieursbureau spitst Ingenium zich toe op de bouwfysische kwaliteiten en technische installaties van duurzame bouw- en renovatieprojecten. “In onze adviezen en ontwerpen focussen we altijd op de volledige levenscyclus van een gebouw”, stelt CEO Nicolas Vyncke. “Inpassing in de circulaire economie is voor ons dus een evidente zaak”, vult projectingenieur Nico De Roeck aan. Group Casier ging met beide bouwexperts in gesprek.
Nicolas Vyncke is CEO van Ingenium. “Ik vertegenwoordig de tweede generatie. Mijn vader startte met een ‘klassiek’ ingenieursbureau. De huidige klimaatcrisis deed me beseffen dat ik mijn steentje kon bijdragen door te focussen op duurzame gebouwen met minder CO2-uitstoot. Ingenium biedt expertise in vier domeinen: consultancy, engineering, commissioning en optimisation. We verkennen nieuwe duurzame concepten, ontwikkelen intelligente technische oplossingen, testen en inspecteren nieuwe installaties, en volgen van nabij op zodat we kunnen bijsturen waar mogelijk.”
Nico De Roeck is binnen Ingenium project engineer energy & sustainability. “Met de collega’s bekijk ik hoe ik op een economisch efficiënte manier de visie van Ingenium kan omzetten in praktische toepassingen. We creëren technieken die een gebouw morgen, maar ook later in de toekomst, optimaal laten functioneren. Technieken die voldoen aan alle toekomstige eisen op vlak van duurzaamheid en comfort. We gaan daarbij modulair te werk. De modulaire systemen die we ontwerpen, kunnen aangepast of uitgebreid worden om noden en verwachtingen in de toekomst te vervullen.”
Nicolas Vyncke: “Een circulaire economie is een duurzame economie zonder uitputting van hulpbronnen, milieuvervuiling en aantasting van ecosystemen.”
Nico De Roeck: “Voor mij is circulariteit zo lang mogelijk iets gebruiken en zorgen dat het op het einde van de levenscyclus kan hergebruikt worden.”
Nicolas Vyncke: “In de bouwsector verwachten we meer en meer de toepassing van alternatieve businessmodellen zoals Energy as a Service (EaaS), Energy Service Company (ESCO) en Design, Build, Finance, Operate and Maintain (DBFOM). Er zijn verschillende voorbeelden van ‘service’modellen om mee te werken, zoals heat as a service of light as a service.”
Nico De Roeck: “We zien veel mogelijkheden om circulariteit te integreren in de bouwwereld, waaronder modulair bouwen met standaardafmetingen. Dat impliceert dat je kiest voor stevige materialen en elementen die eenvoudig losmaakbaar en aanpasbaar zijn. Die moeten verder ontwikkeld worden. Modulair werken betekent niet dat je de personalisatiemogelijkheden verliest, je kan nog altijd eigen accenten aanbrengen.”
Nicolas Vyncke: “In het ontwerpgebeuren van duurzame gebouwen gaan we steeds meer uit van de totale levenscycluskost (Total Cost of Ownership of TCO). Daarbij is het niet alleen belangrijk circulaire materialen te gebruiken, maar ook om te ontwerpen voor hergebruik: design for reuse. Standaardisatie en inbouwen van maximale flexibiliteit zijn daarbij sleutelbegrippen. Verder is een doorgedreven onderhoud van technische installaties absoluut noodzakelijk om hun levensduur te verlengen (duur-zaam).”
Nicolas Vyncke: “Digitalisering speelt een cruciale rol. Specifiek voor gebouwen kunnen digital twins – virtuele weergave van een gebouw met gebruik van data – en monitoringsystemen de gebouwbeheerders informeren over de staat van het gebouw en de prestaties van de technische installaties. Meer specifiek denk ik aan bouwinformatiemodellen (Building Information Modelling of BIM) of databanken met materiaalpaspoorten, zoals TOTEM en Madaster, het kadaster voor materialen. Dergelijke digitale tools optimaliseren de uitwisselings- en ontwerpprocessen.”
Nicolas Vyncke: “Binnen de bouwwereld is het ontwerpproces kritisch in het circulaire denken. Als we gebouwen flexibel – dus gemakkelijk aanpasbaar voor andere toepassingen – ontwerpen én maximaal gebruikmaken van standaardisatie, kunnen gebouwen op zich ook circulair worden.”
Nico De Roeck: “Bob Van Reeth, de eerste Vlaamse Bouwmeester, stelde het als volgt: ‘een gebouw moet een intelligente ruïne zijn’. Men moet er dus voor zorgen dat alle elementen van een gebouw een samenhangend geheel vormen, elkaar versterken en zoveel als mogelijk opnieuw gebruikt kunnen worden.”
Nicolas Vyncke: “Bijvoorbeeld door de eigen woning energetisch te renoveren met circulaire materialen, wat vaak geen eenvoudig verhaal is. Ook auto’s hebben een grote impact. Laat ons dus voluit inzetten op alternatieve vervoermiddelen en het STOP-principe toepassen: eerst Stappen, dan Trappen, dan Openbaar vervoer en pas als laatste optie Personenvervoer. Andere manieren om bij te dragen zijn bewust(er) aankopen (korte keten, minder vlees …), meer delen in de deeleconomie (bijvoorbeeld gereedschappen en vervoersmiddelen) en materialen goed onderhouden en ze langer gebruiken in plaats van ze snel te vervangen.”
Nicolas Vyncke: “Door de persoonlijke meerwaarde van het circulaire gedachtegoed meer in de verf te zetten. Een voorbeeld: je privéauto vervangen door een fiets en deeltransport is niet alleen positief voor de circulaire economie, maar ook goed voor je eigen portemonnee.”
Nico De Roeck: “Ook in de circulaire economie is de vraag ‘what’s in it for me?’ relevant. Door explicieter de toegevoegde waarde op persoonlijk vlak te benoemen en uit te leggen, kunnen we ongetwijfeld nog veel meer mensen over de streep trekken.”
Meer lezen over Ingenium
Meer lezen over de visie van Ingenium op circulariteit
Door deze site te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Cookies kunnen worden beheerd in uw browser of de apparaatinstellingen.