Fotograaf:
SURA IMPACT
Auteur:
Sara Adam, Corporate Consultant bij Group Casier, s.adam@casier.be
“Producten meer en beter hergebruiken en herwaarderen en zo in de kringloop houden.” Dat is volgens duurzaamheidsconsultant Sofie Rapsaet van SURA IMPACT de echte uitdaging waar we voorstaan. “Wat ik bijzonder interessant vind, is cross-overs zoeken tussen verschillende sectoren. Met restmaterialen uit de landbouw- of voedingssector kunnen we bijvoorbeeld bouwmaterialen maken.”
Voor Sofie Rapsaet begin 2020 SURA IMPACT oprichtte, was ze subsidieadviseur bij het accountant- en auditkantoor Vandelanotte. “Ik vond dat een zeer boeiende job: ik hielp bedrijven aan overheidssubsidies, maar dat was voor mij te breed. Ik wilde meer focussen op duurzaamheid en alleen bedrijven begeleiden om stappen te zetten in de richting van duurzaam ondernemen. Niet zozeer de technische kant, maar alle andere aspecten die er rondhangen. Hoe krijg je mensen mee in dit verhaal? Op welke juridische aspecten moet je letten? Welke risico’s gaan ermee gepaard? Hoe kan je je businessmodel herdenken? Hoe pak je de duurzaamheidsverslaggeving aan?”
Sofie Rapsaet: “Laat ons zeggen dat ik nu beide rollen opneem. Ik blijf bedrijven helpen om subsidieprojecten binnen te halen, maar die hebben nu een duidelijker afgelijnd doel: duurzamer te werk gaan. Voor ik met SURA IMPACT startte, waren subsidies voor mij ook al nooit een doel op zich maar eerder een middel om iets beter te kunnen doen. Ik volg tendensen en trends op en detecteer tenders die te maken hebben met duurzaamheid. Door mijn studies politieke en sociale wetenschappen en mijn eerdere jobervaringen voel ik dat ik tussen de overheid en de ondernemers sta. Ik begrijp wat de overheid wil, en tegelijk wat er nodig is in de ondernemerswereld. De oprichting van SURA IMPACT was een grote en gewaagde sprong, maar twee en een half jaar later kijk ik er met een positieve blik op terug.”
“We gaan naar de onderneming en bekijken welke projecten en activiteiten ze verder willen uitbouwen. We screenen welke producten, processen en investeringen duurzamer kunnen in de toekomst. Dat gaat heel breed, van procesinnovatie en investeringen tot hoe ze hun businessmodel kunnen wijzigen. Die analyse legt bloot welke mogelijkheden er zijn om het bedrijf duurzamer te maken. Voor elk bedrijf is dat anders. We bekijken samen of bijvoorbeeld een duurzaamheidstraject, een certificaat behalen of een rapport opzetten een hefboom kan zijn. Op basis van die analyse gaan we voor hen op zoek naar een gepaste subsidie. Soms is dat net het duwtje dat nodig is om een stap verder te gaan. We gaan ook op zoek naar mensen in ons netwerk die we kunnen samenzetten om tot een goed verhaal te komen.”
“SURA is een samenstelling van de eerste letters van de voornamen van mijn kinderen: Suzanne en Ralf. Het is voor de toekomstige generaties dat ik mee wil bouwen aan een betere en duurzamere wereld. Daarnaast staat SU voor Sustainability en RA voor Rapsaet. Dé sleutel tot verbetering ligt volgens mij in de bedrijfswereld, er is veel nood aan verandering en transitie in verschillende sectoren.”
“Onze klanten bevinden zich vooral in de bouw- en voedingssector, de maakindustrie in de brede zin van het woord en de recyclagesector. In de bouwsector verschillende partijen vinden en laten samenwerken, is niet altijd evident. Het is een zeer versnipperde en traditionele sector. Het is aan ons om een tussenrol op te nemen. We zien onszelf als de lijm die de verschillende partijen samenbrengt en -houdt. We begeleiden bij een grote projectontwikkelaar bijvoorbeeld een project rond water. Ook intercommunales, bedrijven, natuurverenigingen, experten en het Vlaams Kenniscentrum Water (Vlakwa) zijn daarbij betrokken. Wij brachten de partijen samen om zo te werken richting volledige herbruikbaarheid van water op een site met woningen, natuur en bedrijven. We werken ook mee aan breed toepasbare subsidiemaatregelen zoals die van het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO) of aan specifieke oproepen rond circulaire economie en recyclage of specifieke oproepen voor de agro-industrie rond reststromen en water. Ook voedingsbedrijven die hun reststromen verder willen valoriseren, kloppen bij ons aan. Dan bekijken we samen met hen de mogelijkheden. Voor welke reststromen is hergebruik mogelijk? Voor welke is biomethanisatie een optie? Wat ik bijzonder interessant vind, is cross-overs zoeken tussen verschillende sectoren. Met restmaterialen uit de voedingssector kunnen we bijvoorbeeld bouwmaterialen maken. Zo ‘bouwen’ we projecten, die naast Vlaamse ook vaak Europese steun kunnen krijgen.”
“In de bouwsector draait veel rond energie, warmte- en waterbeheer en herbruikbare materialen. Als we het over innovatie en technologie hebben, is er in de recyclagesector volgens mij duidelijk veel aan het veranderen. Door de grondstoffenschaarste is de nood aan nieuwe technologieën groot. Universiteiten ondersteunen productiebedrijven ook dikwijls om tot ontwikkelingen en innovatie te komen. In de biobased materials evolueert er ook heel veel. Daarnaast is er in de textielsector ook veel aan het bewegen. Ik zie tal van mooie initiatieven, maar het lijkt me een echte uitdaging om die ook op te schalen. De laatste jaren zijn veel technologieën ontwikkeld, maar om echt door te breken moeten die met een ander businessmodel in de markt gezet worden. Ook dat is innovatie.”
“Voor mij is meerwaarde creëren belangrijker dan focussen op volume. Recycling is goed maar moet eigenlijk de allerlaatste stap zijn. De echte uitdaging is producten meer en beter hergebruiken en herwaarderen en in de kringloop houden. Ik vind ook dat we met z’n allen veel te veel consumeren. Ik stel me grote vragen als ik in de solden door de straten wandel en de hopen kleren zie liggen. We moeten minder en beter leren kopen en enkel wat we nodig hebben. Telkens nieuwe behoeften creëren om nieuwe aankopen te stimuleren, dat klopt niet meer. Het zal de kunst zijn om economische en ecologische belangen beter op elkaar af te stemmen. We hebben de aarde al genoeg uitgeput.”
“Er zijn een aantal factoren belangrijk, vooral de kwaliteit en de prijs. Mensen willen voor een product niet meer betalen dan nodig. Dat is normaal, daarom moet je als bedrijf een verbetering zoeken. Door een circulair product aan te bieden, kan het zijn dat het op termijn meer waard zal zijn dan een ‘standaard’product. Maar ook gebruiksgemak en flexibiliteit zijn belangrijk. Het is cruciaal dat bedrijven al die factoren in acht te nemen en ze uitspelen om het grote publiek te overtuigen van de meerwaarde van hun circulair product.”
“In onze dagelijkse werking is dat onder andere door volop de kaart van duurzame mobiliteit te trekken. Ons kantoor ligt dicht bij de stad en is vlot bereikbaar met de fiets en het openbaar vervoer. Een collega en ikzelf komen dagelijks met de fiets werken. We kozen er ook bewust voor om een kantoor te delen met andere bedrijven. In de Urban Office werken we samen met bedrijven uit verschillende sectoren. We besparen daarmee niet alleen ruimte, er ontstaan ook nieuwe kruisbestuivingen in gedeelde keuken of vergaderruimtes. Ik geloof dat je als dienstverlener nog het meest impact kan maken in wat je doet. Bij bedrijven adviseer ik ook altijd om eerst naar de dienst of het product te kijken: als je daarmee de wereld een stukje beter maakt, ben al goed bezig. Vandaar de keuze van SURA om alleen te focussen op projecten die een positieve impact hebben op de samenleving. Het maatschappelijk belang van projecten is hét criterium om al dan niet aan een project mee te werken. Als een project een negatieve of neutrale impact zou hebben, werken we er niet aan mee. In elk project leggen we verbanden met bijvoorbeeld maatwerkbedrijven, vzw’s, maatschappelijke organisaties of onderwijsinstellingen.”
“Wij springen spaarzaam om met energie en gebruiken groene stroom van Trevion. Deze energieleverancier kreeg van Greenpeace recent een score van 19/20. We vinden het ook belangrijk om onze kinderen hierbij te betrekken. We vertellen hun dat de stroom die we gebruiken, van de erwtjes van Ardo komt. Mijn man werkt bij Ardo, het is leuk om die insteek te geven. Die groene stroom komt niet rechtstreeks of letterlijk van die peulen maar het is de gedachte die erachter schuilt, die telt. Stroom opwekken vanuit groenten, is een duidelijk verhaal. Voor verplaatsingen gebruiken we meestal de fiets of het openbaar vervoer. We proberen ook zo weinig mogelijk vlees te eten, meestal eten we vegetarisch. Ook al is het moeilijk, we vermijden verpakkingen als we winkelen en sorteren optimaal. Bij keuze van kledij kopen we alleen zaken waarvan we zeker zijn dat ze sociaal en ecologisch verantwoord zijn. Het zijn allemaal kleine stapjes waarmee we mee het verschil kunnen maken. Ik merk ook dat mijn kinderen van 9 en 11 op een heel andere manier naar de wereld kijken. We praten thuis veel over duurzaamheid.”
Meer lezen over SURA IMPACT
Door deze site te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Cookies kunnen worden beheerd in uw browser of de apparaatinstellingen.