Fotograaf:
HERW!N
Auteur:
Pieter-Paul Casier, CEO bij Group Casier, p-p.casier@casier.be
Talenten herwinnen combineren met grondstoffen herwinnen. Zo luidt de persoonlijke mantra van Eva Verraes en van de werkgeversfederatie die ze leidt. “De leden van HERW!N zijn actief als sociale circulaire ondernemers. Ze creëren zinvolle en duurzame jobs voor mensen uit kansengroepen en helpen mee onze ecologische voetafdruk verkleinen.”
Het collectief van sociale circulaire ondernemers HERW!N is in 2020 ontstaan uit een fusie van SST vzw, de netwerkfederatie van de sociale werkplaatsen in Vlaanderen, en KOMOSIE vzw, koepel van milieuondernemers in de sociale economie. “De Kringwinkels zijn historisch gezien pioniers van het hergebruik in Vlaanderen”, zegt Eva Verraes. “Alle Kringwinkels waren sociale werkplaatsen. Maar niet alle sociale werkplaatsen waren kringwinkels. De oefening van de fusie stelde SST en KOMOSIE voor de vraag welk soort collectief deze vorm van ondernemerschap het best kan ondersteunen.”
Eva Verraes: “Ja, ik was sinds 2010 directeur van SST. Bij de fusie werd ik directeur van de nieuwe koepelorganisatie die we omdoopten tot HERW!N. In de naam zit niet toevallig het werkwoord herwinnen vervat. De Kringwinkels zijn logischerwijs het bekendste uithangbord: ze herwinnen niet alleen talenten door zinvolle en duurzame jobs te creëren, maar herwinnen ook grondstoffen door in te zetten op herstel en hergebruik.”
“Ik zie de interesse voor deze unieke vorm van ondernemerschap in elk geval groeien. Sommige van onze leden zijn bijvoorbeeld sterk bezig met het herwinnen van voedsel door aan de slag te gaan met voedseloverschotten, andere met het herwinnen van energie door consumenten te helpen om energie te besparen … Het gaat dus heus niet alleen over het ‘herwinnen’ van gebruiksgoederen via Kringwinkels.”
“Grondstoffen zo lang mogelijk in de kringloop houden. Alles begint bij het ontwerp: hoe kunnen we iets ontwerpen met het oog op hergebruik in alle facetten? Hoe is het samengesteld? Hoe kan het ontmanteld worden? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het lang meegaat? Dat het goed onderhouden en gemakkelijk hersteld kan worden? Daaraan koppel ik de sociale dimensie: hoe kunnen we zinvolle en duurzame jobs creëren voor mensen uit kansengroepen?”
“We kunnen niet blijven groeien, we moeten naar een ander model. Niet voor niets ben ik een grote fan van Oxford-econoom Kate Raworth. In haar Donutmodel bevindt de economie zich in de ‘veilige en rechtvaardige sociale ruimte’ als zoveel mogelijk mensen toegang hebben tot basisbenodigdheden als voedsel, werk, gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting … en tegelijk de ecologische plafonds niet worden overschreden. Bedrijven en landen worden volgens Raworth te zeer afgemeten op hun groei, terwijl dat niet de juiste parameter is. Kijk naar armoede, toegang tot voedsel, veilig water, gelijkheid, geluk van mensen … dat meet je allemaal niet met groei van een land of bedrijf. Raworth legt dat heel helder uit in haar boek Donuteconomie: In zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw (Doughnut Economics: Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist). Een boek dat ik iedereen kan aanraden!”
“Een job hebben is sociaal gezien een enorme katalysator, maar niet iedereen heeft dezelfde kansen op de arbeidsmarkt. Een kind dat opgroeit in een gezin met werkloze ouders heeft bijvoorbeeld al van bij de geboorte een heel ander startpunt dan een kind dat opgroeit in een gezin met werkende ouders. En zelfs van de groep die ‘goed’ aan de start verschijnen, vallen meer en meer mensen uit omdat ze niet overweg kunnen met de hoge productiviteitsvereisten. Met zinvolle en duurzame jobs in de sociale circulaire economie houden we mensen aan boord die zonder dat aanbod uit de boot zouden vallen. En ja, die jobs worden deels gesubsidieerd, maar veel bedrijven krijgen toch subsidies? Het gaat om investeringen die opbrengen en een antwoord bieden op maatschappelijke problemen. Die investeringen hebben trouwen ook een terugverdieneffect. Voor de overheid is het goedkoper om te investeren in een gesubsidieerde job dan te investeren in een werkloosheidsuitkering. Tegelijk hoop ik dat ook ondernemers buiten de sociale economie nog meer hun maatschappelijke rol opnemen door voldoende oog te hebben voor inclusief ondernemen en voor activiteiten met sociale waarde.”
“Ik hoop in de eerste plaats op een groeiend bewustzijn bij de jongere generaties. Een mooi voorbeeld is bezit vervangen door gebruik. Het is leuk om iets te kopen, maar nog leuker – én goedkoper – om iets te delen. Het kan een auto zijn, een boor, een grasmaaier … Je kunt het op van alles doortrekken. En als we dan toch iets kopen omdat bezit nodig is, kunnen we ons de vraag stellen of we het niet tweedehands kunnen kopen. Het hoeft toch niet altijd nieuw te zijn of van de laatste versie of collectie? Het vooroordeel dat tweedehands niet cool is, valt meer en meer weg. Het stigma verdwijnt en daar ben ik blij om.”
“De insteek moet volgens zijn: als ik mobiliteit nodig heb, dan gebruik ik die, maar dat betekent nog niet dat ik die zelf moet voorzien. Als het lukt om mijn bestemming te bereiken met de trein en een deelfiets, waarom zou ik dan de auto nemen? Wist je trouwens dat de deelfietsen van Blue-bike ook een sociale impact hebben? Het onderhoud van de Blue-bikes wordt uitgevoerd door fietspunten, dat zijn sociale tewerkstellingsplaatsen gelegen aan NMBS-stations.”
“We hebben digitale ondersteuning nodig om processen te herdenken, aan te sturen en te verbeteren. Bij Blue-bike bijvoorbeeld dient die digitalisering om met je lidkaart vlot een sleutel uit de sleutelautomaat te kunnen nemen en na gebruik terug in te leveren. Maar het systeem kan niet zonder de mensen die de fietsen onderhouden en herstellen. Dat zij op die manier binnen de sociale economie toegang krijgen tot een zinvolle en duurzame job, maakt voor hen een wezenlijk verschil. Handenarbeid is fundamenteel in de deel- en hergebruikeconomie. Denk bijvoorbeeld ook aan het sorteren van textiel in Kringwinkels: voorlopig kan dat proces nog niet geautomatiseerd worden.”
“Door de spullen die we hebben niet weg te gooien, maar een tweede leven te geven. Breng ze naar een Kringwinkel, verkoop ze op een tweedhandswebsite of via een vintage winkel, maar gooi ze in geen geval weg. Heb je zelf iets nodig? Stel je dan de vraag of het echt wel nodig is om het nieuw aan te kopen. Misschien kun je het lenen of huren? Of misschien vind je het in een tweedehandswinkel en kun jij het hergebruiken? De leden en medewerkers van HERW!N staan voluit achter dit economische model en stellen alles in het werk om het verder te promoten en toegankelijk te maken.”
Meer lezen over HERW!N
Meer lezen over de visie van HERW!N op het herwinnen van talenten
Meer lezen over de visie van HERW!N op het herwinnen van grondstoffen
Meer lezen over Kate Raworth en haar visie op de Donuteconomie en de circulaire economie
Door deze site te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. Cookies kunnen worden beheerd in uw browser of de apparaatinstellingen.